geschiedenis
Het was vorig maand precies 21 jaar geleden dat het beleg van Sarajevo in 1992 van start ging. De belegering van de Bosnische hoofdstad zou uiteindelijk bijna vier jaar duren, met ruim 12.000 burgerslachtoffers als gevolg. De strijd om de stad maakte onderdeel uit van de Bosnische oorlog tussen de verschillende bevolkingsgroepen van het land.
Als gevolg van de afbrokkeling van Joegoslavië organiseerde de Bosnische regering op 29 februari 1992 een referendum over haar onafhankelijkheid. De Bosnische Kroaten en de overwegend islamitische Bosniakken stemden voor afscheiding en behaalden daarmee de meerderheid. De Bosnische Serven besloten de volksraadpleging echter te boycotten en stichtten hun eigen republiek, de Volksrepubliek Servië (Republika Srpska), hierin gesteund door het Joegoslavische Volksleger en het Servië van Milosevic.Het grootste drama voltrok zich in Srebrenica op 11 juli 1995. Daar zijn door Bosnisch-Servische milities op één dag meer dan 7000 personen, voornamelijk mannen met als etnische achtergrond Bosniak, vermoord. In de afgelopen jaren zijn veel van deze oorlogsmisdadigers berecht door het Joegoslavië-Tribunaal. Het wordt na de etnische zuiveringen in de Tweede Wereldoorlog als een van de gruwelijkste daden in Europa gezien.
In de dorpen en steden die in handen vielen van de Serven vonden er op grote schaal etnische zuiveringen plaats. Alle huizen van niet-Serven werden platgebrand, waarna de bewoners werden gedood of vastgezet in een concentratiekamp. Aanvankelijk verzetten de Bosnische Kroaten zich tegen de Servische opmars, maar vanaf juni 1992 richtten zij zich juist steeds meer op het innemen van Bosnisch territorium. Uiteindelijk resulteerde dit in 1993 ook in een oorlog tussen de Bosniakken en de Bosnische Kroaten, met eveneens een aantal etnische zuiveringen tot gevolg.
Als gevolg van de afbrokkeling van Joegoslavië organiseerde de Bosnische regering op 29 februari 1992 een referendum over haar onafhankelijkheid. De Bosnische Kroaten en de overwegend islamitische Bosniakken stemden voor afscheiding en behaalden daarmee de meerderheid. De Bosnische Serven besloten de volksraadpleging echter te boycotten en stichtten hun eigen republiek, de Volksrepubliek Servië (Republika Srpska), hierin gesteund door het Joegoslavische Volksleger en het Servië van Milosevic.Het grootste drama voltrok zich in Srebrenica op 11 juli 1995. Daar zijn door Bosnisch-Servische milities op één dag meer dan 7000 personen, voornamelijk mannen met als etnische achtergrond Bosniak, vermoord. In de afgelopen jaren zijn veel van deze oorlogsmisdadigers berecht door het Joegoslavië-Tribunaal. Het wordt na de etnische zuiveringen in de Tweede Wereldoorlog als een van de gruwelijkste daden in Europa gezien.
In de dorpen en steden die in handen vielen van de Serven vonden er op grote schaal etnische zuiveringen plaats. Alle huizen van niet-Serven werden platgebrand, waarna de bewoners werden gedood of vastgezet in een concentratiekamp. Aanvankelijk verzetten de Bosnische Kroaten zich tegen de Servische opmars, maar vanaf juni 1992 richtten zij zich juist steeds meer op het innemen van Bosnisch territorium. Uiteindelijk resulteerde dit in 1993 ook in een oorlog tussen de Bosniakken en de Bosnische Kroaten, met eveneens een aantal etnische zuiveringen tot gevolg.